Verse 1: 

           C#maj7                    Cm  F 
Ik ben een vrouw van veertig met een sigaret, 
           C#maj7                    Cm 
ik heb een buitenaardse stof in mijn bloed 
          C#maj7                       Cm    F 
ik werd v’leden jaar ontvoerd door een ruimteschip 
        C#maj7                        Eb 
en sindsdien gaat het met mij niet zo goed 
   C#maj7           Eb            Cm       F 
ik weet wel waar ze wonen want je kunt het zien 
          C#maj7                 Cm 
als je de letters van hun naam omdraait 
   C#maj7          Eb             Cm       F 
de waarheid is een raadsel en dat gaat als volgt: 
           Bbm                         Eb 
het is een goeie vriend maar altijd te laat. 

Verse 2:
 
           C#maj7                Cm    F 
Ik heb een eigen flat, ik heb de radio aan, 
              C#maj7                      Cm 
het is alweer woensdag, ik heb een Golf GTI 
    C#maj7                   Cm      F 
een tijdje terug reed ik een fietser dood, 
       C#maj7                      Eb 
maar gelukkig heeft geen mens me gezien 
    C#maj7           Eb              Cm    F 
het komt maar zelden voor dat ik een zin afmaak, 
        C#maj7             Cm 
maar je maakt me echt niks wijs 
    C#maj7         Eb             Cm       F 
het noodlot is een raadsel en dat gaat als volgt: 
            Bbm                 Eb 
het kost je niks en toch altijd prijs. 

Verse 3:
 
       C#maj7       Cm  F 
Als ik uitga ben ik fotograaf 
          C#maj7                      Cm 
en ik ben schrijver als ik vrienden bezoek 
       C#maj7                    Cm     F 
op het ogenblik zit ik heel even zonder werk, 
           C#maj7                        Eb 
maar binnenkort begin ik aan mijn eerste boek 
      C#maj7          Eb             Cm   F 
in de spiegel neem ik soms alvast de pose aan 
        C#maj7           Cm 
voor de foto op de achterkant 
C#maj7          Eb             Cm       F 
dromen zijn een raadsel en dat gaat als volgt: 
                Bbm                 Eb 
het smelt in je hoofd en niet in je hand. 

Solo: 

C#maj7 Cm (2x) 
Bbm Bbm Eb Eb 

Verse 4:
 
           C#maj7              Cm   F 
Ik ben een monoliet, ik ben de wetenschap, 
           C#maj7           Cm 
ik ben een grote man van 50 jaar 
   C#maj7             Cm      F 
vandaag knipte ik een muis in twee 
       C#maj7                         Eb 
en die naaide ik toen mooi weer aan elkaar 
     C#maj7          Eb              Cm     F 
maar soms vanuit een hoek kijken mij dingen aan 
          C#maj7              Cm 
vanuit de schaduw van de kathedraal 
C#maj7       Eb              Cm       F 
alles is een raadsel maar ik weet nog niet 
            Bbm              Eb 
in wat voor vorm en in welke taal. 

Verse 5: 

          C#maj7             Cm       F 
Ik ben al heel erg oud en ik mis mijn vrouw 
        C#maj7                      Cm 
en mijn oude handen trillen heel de dag 
  C#maj7                      Cm  F 
beneden kun je kaarten bij de automaat 
     C#maj7                        Eb 
alhoewel dat van mijn dochter niet mag 
    C#maj7        Eb            Cm      F 
dan zeggen ze dat ik zo goed de kaarten schud 
       C#maj7                      Cm 
en dan lach ik elke keer maar weer mee 
           C#maj7       Eb              Cm       F 
ik ken een raadsel over eenzaamheid het gaat als volgt: 
         Bbm               Eb 
wat doet pijn en telt voor twee 

Outro: C#maj7 Cm F