Intro 
G    G         G       D7  C 
Tsjoenè-n-nè-n-nè. 
G    G         G       D7  C 
Tsjoenè-n-nè-n-nè. 

verse 1 
   G                        G 
De horloges die smelten als sneeuw voor de zon 
        G                                   G   C 
want de tijd heeft geen tijd voor de tijd. 
      G                       G 
En ik zie hoe een vat met een brandende lont 
           C                            G 
zich op de weg naar het einde verkijkt. 

Pre-Chorus 
      C                     Am 
En de woorden die horen zichzelf terug, ze 
Bm                          D7 
slaan met elkaar op de vlucht, de pi - 
C                     Am 
ano die zucht als een man die misschien al een 
Bm                       D7 
eeuwigheid leeft en zijn rust heeft verdiend. 


[Refrão]
       G        G         G 
En ik zie, tsjoenè-n-nè-n-nè, 
D7      C      G 
Salvador Dali. 
      G        G        D7     C 
Tsjoenè-n-nè-n-nè, 

verse 2 
      G                            G 
Op de stroom van een droom waai ik mee met de wind 
        G                        G   C 
en ik zie wat ik denk als ik slaap. 
    G                       G 
Een vrouw onderweg naar het volgende kind 
   C                    G 
verandert opeens in een schaap. 

Pre-Chorus 
   C                     C 
De wolken die volgen het spoor op de voet, 
   D7                D7 
de choas die weet precies wat ze doet. 
   C                     C 
De hemel die breekt, het regent verstand, 
    D7                       D7 
het eenzame wiel van een fiets zoekt een band. 
   C                  C 
De toren van Babel vertelt een verhaal, 
    D7                   D7 
een oude viool zoekt een andere taal. 


[Refrão]
       G        G         G 
En ik zie, tsjoenè-n-nè-n-nè, 
D7      C      G 
Salvador Dali. 

Bridge 
           G           G  C 
En ik zwijg en hij zegt: 
F                   F 
"Kijk niet naar het schilderij, 
G                G    F              F 
kijk alleen naar mij, zie mij in het schilderij. 
G                G            G              C 
Kijk alleen naar mij, wat een credo, wat een ego 
     G             C             G            G     D7           G 
en Picasso: hij is niets. Ik ben alles wat je ziet, ik ben een genie, ik ben 

End-Chorus 
D7 
Salvador Dali. 
G     G     G     G 
Tsjoenè-n-nè-n-nè, 
C     D     C     D 
Tsjoenè-n-nè-n-nè, 
G     G     G     G 
Tsjoenè-n-nè-n-nè, 

G 
Het is rood wat ik zeg, groen wat ik denk, oranje was altijd al, ver van mijn bed. 
G 
Ik sta op de grond, de stoel zit op mij. Ik hou van Picasso en alles doet pijn, 
G 
want ik zie ... Salvador Dali. 
N.C. 
En opeens word ik wakker, ik kijk uit het raam, ik zie de Sagrada Familia staan. 
N.C.                                                                 G 
Waar ligt de grens van wat ik niet zie, wat is een gek, wat is een genie? 
G 
wat is een gek, wat is een genie? 
G 
wat is een gek, wat is een genie? 

Outro 
G 
Tsjoenè-n-nè-n-nè. 
G 
Tsjoenè-n-nè-n-nè. 
G 
Tsjoenè-n-nè-n-nè.